Naar homepage     
Chronische Cerebro-Spinale Veneuze Insufficiëntie
Aanmelden op het CCSVI.nl forum
Lees Voor (ReadSpeaker)    A-   A+
Over CCSVI.nl | Zoeken | Contact | Forum
CCSVI.nl is onderdeel van de
Franz Schelling Website
meer informatie
  

MRI-scan

MRI-scanner

Magnetic Resonance Imaging (MRI) is een onderzoeksmethode waarbij van buitenaf afbeeldingen van het inwendige van de mens kunnen worden gemaakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een magneetveld en radiogolven, er komen géén röntgenstralen aan te pas. Om het onderzoek te kunnen uitvoeren, wordt men in de tunnel van het MRI-apparaat geschoven. Vervolgens worden er meerdere opnamen gemaakt. Het is heel belangrijk dat u tijdens de hele onderzoeksessie zo stil mogelijk blijft liggen, omdat anders de metingen mislukken. Tijdens het maken van de foto’s hoort u kloppende of ratelende geluiden (vergelijkbaar met bijvoorbeeld een boormachine). De geluidshinder kan worden verminderd door het gebruik van oordopjes of een koptelefoon. Via een intercom bestaat de mogelijkheid contact te hebben met de laborant die het apparaat bedient.

Werking MRI-scanner
Een MRI-scanner bestaat uit een beweegbare tafel waar de patiënt op plaatsneemt die nauwkeurig in een holle cilindrische magneet kan worden geschoven, waarvan het magneetveld (met een sterkte tussen 0,5 en 7 tesla) wordt opgewekt door spoelen. Door het magneetveld continue te wijzigen, reageren waterstofkernen door zich te draaien. Dit kan door de MRI-scanner worden gemeten.

De enorme hoeveelheid metingen wordt in een krachtige computer verwerkt tot een 3-dimensionaal plaatje dat bijvoorbeeld het waterstofgehalte van de weefsels van de patiënt aangeeft. Aangezien allerlei soorten weefsel verschillende waterstofdichtheden hebben, kunnen zo details van de anatomie worden waargenomen. Bloed is bijvoorbeeld zo te onderscheiden van vet en orgaanweefsel.

Risico's, contra-indicaties

Contrastmiddel (Gadolinium)
Bij het onderzoek kan het in bepaalde gevallen nodig zijn contrastmiddel toe te dienen om organen, bloedvaten of afwijkingen beter te kunnen beoordelen. Dit wordt toegediend via een infuus in een bloedvat. In dat geval wordt er bij u vlak voor het onderzoek een infuus ingebracht. In verreweg de meeste gevallen verloopt dit zonder problemen. Het infuusslangetje wordt na het MRI-onderzoek verwijderd.

In een klein aantal gevallen (minder dan 1 %), komt een deel van de vloeistof buiten het bloedvat terecht. Dit heeft meestal geen ernstige gevolgen.

Bij een klein aantal patiënten (minder dan 1 %) treedt een allergische reactie op het contrastmiddel op, die meestal bestaat uit niezen of het ontstaan van galbulten. Meestal behoeft dit geen verdere behandeling. Indien u bij een eerder onderzoek een (ernstige) allergische reactie heeft gekregen, moet u dit tevoren aan uw behandelend arts melden, zodat eventuele voorzorgsmaatregelen kunnen worden genomen of gekozen kan worden voor een alternatief onderzoek. Het team dat het onderzoek uitvoert, is gespecialiseerd in het voorkomen en behandelen van dergelijke problemen.

Nierziekten
Als u een nieraandoening heeft, moet u dit aan uw behandelend arts kenbaar maken.

Zwangerschap
Het is belangrijk om te weten of u zwanger bent of het zou kunnen zijn. Mocht u inderdaad in verwachting zijn of hierover twijfelen, dan moet u contact opnemen met uw behandelend arts. Deze kan in overleg met de radioloog beslissen of het onderzoek door kan gaan of uitgesteld moet worden of zij/hij zoekt eventueel een alternatief onderzoek.

Effecten
Er zijn geen biologische of schadelijke effecten bekend van het gebruik van MRI.