Een Doppler-test kan controleren of er een
(door)stroomprobleem is. Locatie en reden daarvan zijn nog niet eens belangrijk, dat komt wel met de katheterisatie. Ook doorstroomproblemen buiten het bereik van de Doppler (bijv. in de azygos) zijn te zien op beelden van de jugulars, in liggende en zittende positie met elkaar te vergelijken natuurlijk. Daarom is o.a. Zamboni ook hard aan het werk om een Doppler-test te ontwikkelen die eenvoudig, snel en niet/minder afhankelijk is van degene die de test afneemt voor de diagnose "wel of geen doorstroomproblemen in de afvoeraderen van het CSZ".
Dan zal er ook bij de patiënten minder twijfel zijn elke keer of de Doppler wel goed uitgevoerd is en zullen behandelaars hopelijk minder defensief zijn over het gebruik van Doppler, omdat zij op dit moment de kunst niet beheersen en daarom maar zeggen dat Doppler niet deugt. MRI is belangrijk om gegevens te verzamelen voor en na behandeling en daar kritisch naar te kijken in de zin van "wat zeggen die beelden over CCSVI en MS?" en "hoe kunnen we die beelden gebruiken om diagnose- en behandelingsconclusies uit te trekken?" In combinatie natuurlijk met alle andere gegevens van Doppler, CT, klinische testen e.d.
Publicatie over MRI diagnose en/of vervolgonderzoek zoals gepubliceerd op ECTRIMS
http://www.ccsvi.nl/Organisaties/ECTRIM ... riano.aspx"Conclusie: MRV heeft een beperkte waarde om CCSVI te beoordelen voor zowel diagnose als vervolgonderzoek."
Het aantal laesies en de locatie ervan zegt niet veel over de ernst van de MS en het beloop ervan in de toekomst. Dat laesies er niet horen te zijn en als het mogelijk is voorkomen moeten worden, is geen discussiepunt natuurlijk. Zivadinov meldt: "de aanwezigheid van CCSVI is significant gerelateerd aan MRI-metingen van ernstiger laesie- en hersenatrofie." (
http://www.ccsvi.nl/Organisaties/ECTRIMS/Zivadinov.aspx). Dus als er MRI-metingen zijn van ernstiger laesie- en hersenatrofie dan kun je er donder op zeggen dat er sprake is van CCSVI.
Het is erg moeilijk los te komen van alle "oude" beweringen en aannames als bijvoorbeeld dat MRI-beelden van laesies aangeven hoe de MS ervoor staat, het is decennia-lang en nu nog het enige dat tegen elke MS-patiënt gezegd is en een/de reden voor het inzetten van medicatie die niet veel tot niets deed en waarvan de lange termijn effecten onbekend waren/zijn.
Het is een hele grote omslag voor de medici en die is niet voor elke discipline even makkelijk te maken om diverse redenen, maar dat houdt de CCSVI-trein niet tegen, echt niet.
Een "terugval" is erg moeilijk te duiden, omdat men nog in de pioniersfase zit wat diagnose en behandeling betreft en nog niet weet wat iets betekent in het herstel. Vaak wordt het meteen gelijkgesteld aan een schub, maar is dat wel terecht? Afvoeraderen die open zijn (gemaakt) en open blijven kunnen nooit fout zijn. Dat lijkt logisch toch? Het lichaam is bezig met herstel op alle fronten: fysiek natuurlijk, maar ook mentaal en cognitief. Alle compensaties die het lichaam gebruikt en gemaakt heeft in de loop van de jaren om de gevolgen van de CCSVI het hoofd te bieden, zijn na behandeling niet meer of minder nodig en die verandering kan maar zo heel veel vergen van het lichaam en het CZS. Alle functioneren is afhankelijk van je regelstation, het CZS, en als daar tijdenlang de afvoer niet goed van werkt door externe factoren (CCSVI) dan kan het niet anders dan dat dit op verschillende gebieden tot problemen leidt.
Als die op alles invloed hebbende belemmerde afvoer opgeheven wordt dan is het maar de vraag wat het regelstation (als eerste?) aanpakt om te herstellen. Misschien is dat ook nog afhankelijk van diverse factoren en dus verschillend voor verschillende CCSVI-situaties met hun gevolgen. Misschien pakt het regelstation alles tegelijk aan waar het na het moment van behandeling toe in staat is en al herstellend past het de hersteldoelen verder aan en veranderen de mogelijkheden voor herstel in positieve zin. Misschien is het zo veel werk dat er af en toe iets stilgelegd wordt om op andere fronten eerst aan het herstel te werken. Misschien zijn er soms herstelwerkzaamheden die moeten wachten tot een andere bouwput klaar is om verder te kunnen.
En de cognitieve en mentale functies zijn er ook nog die "mee moeten" in het herstelplan. Beter lopen, kun je objectief meten, maar hoe ben/word je je bewust van die cognitieve en mentale functies en hoe ga je daarmee om? Hoe ga je om met de onzekerheid bij elke verandering of iets tijdelijk of het eindpunt is, het (onbewust) heenstappen over verbeteringen waar je heel snel aan gewend bent geraakt, je verander(en)de mentale en cognitieve mogelijkheden en verwachtingen, wat is wijsheid in het "stuiterballetjes"-stadium, hoe ga je om met je omgeving die ook haar/zijn eigen verwerking en aanpassing nodig heeft naast ook nog het steunen van de behandelde en die misschien ook weleens niet in staat is om de behandelde centraal te stellen en te snappen wat er omgaat in het hoofd van de behandelde (als die het zelf al weet
), hoe pas je je aan aan een gevoel van welbevinden in tegenstelling tot (mogelijk mede doordat de CCSVI hersengebieden beïnvloedde die gerelateerd worden met neerslachtigheid of depressie) de voorheen somberheid etc etc.?
Als pioniers doet men per definitie alles voor de eerste keer en dus is er geen of weinig referentie waar men zich aan vast kan houden. De CCSVI-theorie is gelukkig zo robuust dat men daar wel enige houvast aan kan ontlenen.