Hoge druk ballonnen bij CCSVI, een noodzaak voor degelijke behandeling
Bij de behandeling van CCSVI worden venen in het thorax en halsgebied gedilateerd
met ballonnen. Het is uiteraard de bedoeling om de bloedafvoer te bevorderen.
De bloedafvoer wordt gehinderd door vernauwingen in de aders (=venen) en door kleppen
die onvoldoende openen. Hierdoor wordt de bloedafvoer gehinderd en het bloed zoekt
zich een weg via collateralen, dit zijn zijtakken en verbindingen van venen die
reeds bestaan maar die breder en groter worden om meer capaciteit te krijgen om
bloed af te voeren. De eigenlijke vene kan dan uiteindelijk plat vallen omdat deze
weinig of geen bloed meer afvoert. Het is maar zelden of nooit dat de eigenlijke
vene volledig dicht zit, dus dat er niets meer door kan stromen.
Bij het behandelen van CCSVI gaan we met een voerdraad en katheter de venen opzoeken
om dan door de katheter contraststof te kunnen inspuiten en op deze wijze de venen
en eventuele collateralen in beeld te krijgen. De contraststof gedraagt zich als
bloed, dus we zien de snelheid waarmee de contrast weg stroomt en de weg die de
contraststof hierbij volgt. Je krijgt dus een “real time” functioneel beeld van
de bloedafvoer. Het komt er dan op aan om de beelden te analyseren en de oorzaak
te achterhalen waarom de contraststof een andere weg kiest of niet snel genoeg weg
stroomt of zelfs blijft staan in de vene.
Veelal zijn er vernauwingen of slecht functionerende kleppen laag in de hals. De
vernauwing is veelal zeer kort ringvormig op de plaats waar de kleppen vastgehecht
zitten op de wand van de vene. Het niet goed werken van de kleppen is dan vooral
kleppen die onvoldoende openen, vergroeiing? littekenvorming?.
We weten dat vernauwingen in venen moeilijk op te rekken zijn. Men moet uiteraard
een ballon gebruiken die groot genoeg is ten opzichte van de vene van de patiënt.
Daarnaast moet men lang genoeg de ballon opgeblazen laten zodat de weefsels de tijd
krijgen om open te rekken. Daarenboven moet je voldoende druk kunnen geven in de
ballon om genoeg kracht te kunnen ontwikkelen om de vezels te breken die de vernauwingen
of vergroeiingen veroorzaken.
De gemiddelde diameter van de halsader is 12 tot 14 mm diameter. De druk die men
nodig heeft om een vernauwing in een ader open te zetten gaat al gauw naar 10-14
atmosfeer. Dit zijn zeer hoge drukken waarbij men uiteraard een ballon moet hebben
die bij deze drukken zijn eigen diameter behoudt en niet barst.
- Contrast ingespoten in de ader loopt weg via collateralen, beperkte vernauwing maar
vermoedelijk opent het klepsysteem niet volledig
- Ballon met een deuk ter hoogte van de vernauwing
- Ballon volledig ontplooit, dat was hier bij 14 atmosfeer
- Controle opname na het gebruik van de ballon, goede afvoer van contrast naar het
hart, ader staat breed open.
In de praktijk zie je bij het opblazen van een goed gekozen ballon, dat de ballon
voor en achter het letsel eerst gaat opblazen. Goed gekozen bedoel ik de juiste
diameter van ballon ten opzichte van de ader. Er blijft midden in de ballon op de
plaats van de vernauwing een deuk in de ballon bestaan. Dan voert men de druk in
ballon op tot deze deuk verdwenen is (meestal 12-14 atmosfeer en soms hoger). Daarna
kijk je op de drukmeter waarmee je de ballon opgeblazen hebt, dan zie je meestal
nog wat drukverval ontstaan omdat er toch nog een paar vezeltjes meegeven. Dan geef
je opnieuw wat druk bij tot aan de druk waarop de ballon volledig is gaan open staan.
En zo volg je dit voor 1-2 minuten totdat er een stabiele situatie is zonder drukverval.
Dit is mijn inziens de beste werkwijze, waarbij je uiteraard over ballonnen moet
beschikken die groot genoeg zijn en dergelijke drukken aankunnen. In vakjargon noemen
we dit “high pressure balloons”.
Als alternatief wordt in vele centra gebruik gemaakt van kleinere ballonnen, waarbij
men twee ballonnen naast elkaar gebruikt. Tevens wordt er een extra guide-wire naast
de ballonnen geplaatsts om een extra kracht te creëren om de vezels te breken die
de vernauwing veroorzaken. Een soort snijdend effect van de extra draad. Dit zijn
allemaal gekende en bruikbare alternatieven, maar dit zijn alternatieven die je
maar moet gebruiken als de eerste logische stap niet werkt, zijnde een ballon gebruiken
die groot en krachtig genoeg is.
Het nadeel van de “high pressure balloon” is dat hij veel stijver en lomper is dan
de andere ballonnen, zeker in die grote diameter maten. Men heeft nu eenmaal meer
materiaal nodig om een grote stevige ballon te gebruiken. De aders zijn echter grote
soepele trajecten waarin men zonder problemen dergelijke ballonnen kan opschuiven.
Bron:
az Sint-Jan Brugge - Oostende av
www.azsintjan.be
|