CT-Scanner
Bij CT (Computed Tomografie) worden afbeeldingen gemaakt van
dwarsdoorsneden van het lichaam door een röntgenbuis rond het lichaam te
laten draaien en het lichaam vanuit vele hoeken te bestralen. Uit de
weer opgevangen straling kan de computer dan een gedetailleerd beeld
reconstrueren. CT-scannen maakt het mogelijk om pijnloos gedetailleerde
informatie te verkrijgen over inwendige organen.
Hoe CT-scannen werkt
De CT-scanner bestaat uit een stralingsbron en een stralingsdetector die
tijdens de procedure zo om het lichaam draaien dat ze recht tegenover
elkaar blijven. De röntgenstraling wordt op een andere manier gebruikt
dan bij gewone röntgenfoto’s, waardoor beelden van een hogere kwaliteit
worden geproduceerd. Op een gewone röntgenfoto kunnen slechts enkele
maten van dichtheid worden weergegeven, zoals harde weefsels, zachte
weefsels en lucht. De detector van de CT-scanner kan weefsels van
honderden verschillende dichtheden van elkaar onderscheiden. Daardoor
laat een CT-scan veel meer zien dan een gewone röntgenfoto, zoals
weefsel in een zacht orgaan als de lever. In plaats van een brede
stralenbundel dwars door het lichaam te zenden, stuurt de stralingsbron
van een CT-scanner een reeks dunne bundels door het lichaam, terwijl hij
rond het lichaam draait. De detector vangt de straling aan de andere
kant van het lichaam weer op. Terwijl de röntgenbuis om de patiënt
draait, schuift het bed langzaam de scanner in. Men spreekt ook wel van
een spiraal-CT.
De informatie wordt naar de computer gestuurd, die hiervan beelden van
de dwarsdoorsnede van het lichaam opbouwt en op een monitor zichtbaar
maakt. Deze beelden kunnen als computerbestand worden opgeslagen.
Grotere computers kunnen de informatie ook tot driedimensionale beelden
verwerken. Met de meest geavanceerde zeer snelle CT-scanners is men
tegenwoordig in staat zeer nauwkeurige beelden van het hart te maken.
Toepassing
Van alle delen van het lichaam kunnen CT-scans worden gemaakt.
CT-scanning van het hoofd is een waardevolle techniek die veel wordt
gebruikt om de hersenen te bekijken bij vermoeden van bijvoorbeeld een
beroerte of hersentumor. CT-scans van de buik worden gebruikt om
gezwellen op te sporen en aandoeningen te diagnosticeren waarbij organen
vergroot of ontstoken zijn, zoals bij cysten aan de nieren.
Onder een CT-scan kunnen biopsieprocedures worden begeleid. Hierbij
worden enkele cellen of weefsels uit inwendige organen zoals de longen
genomen om nader te onderzoeken. Met een CT-scan kunnen ook botten,
bloedvaten en gebieden met een hoge bloedtoevoer, zoals de longen, in
beeld worden gebracht. Vaak wordt een jodiumhoudend contrastmiddel
ingespoten. Bij CT-onderzoek van de buik moet de patiënt over het
algemeen vooraf een contrastmiddel drinken.
Risico’s
Afbeeldingtechnieken waarbij straling wordt gebruikt, kunnen
lichaamscellen beschadigen, waardoor het risico op kanker op de lange
termijn groter wordt. De stralingsdosis van een CT-scan hangt onder
andere af van de omvang van de patiënt en de omvang van het te
onderzoeken gebied.
Straling
De straling wordt uitgedrukt in Sievert. De natuurlijke
achtergrondstraling varieert sterk van plaats tot plaats, maar de
gemiddelde equivalente dosis voor een lid van de bevolking ten gevolge
van de natuurlijke achtergrond bedraagt ongeveer 2 mSv/jaar (= 2
millisievert per jaar). De hoeveelheid straling die een patiënt krijgt
bij een CT-scan met moderne apparatuur (128 en 256 slice) ligt tussen de
2mSv en 10mSv.
Bij oudere apparatuur (16 slice) is de straling hoger dan bij moderne
apparatuur (128 en 256 slice)!
Voor een overzicht zie deze
vergelijkingstabel
|