Stichting MS Research financiert vervolgonderzoek VUmc naar CCSVI
20 juni 2010
Normaal gesproken vormen resultaten waarbij geen duidelijke verschillen
gevonden worden tussen een patiëntengroep en de controlepersonen, géén
wetenschappelijke aanleiding om vervolgonderzoek te overwegen. Zowel het
VUmc als MS Research zijn echter van mening dat de onrust die is
ontstaan naar aanleiding van Zamboni’s berichten over de relatie tussen
CCSVI en MS en de ervaringen van patiënten die reeds een behandeling
hebben ondergaan, niet genegeerd kan worden. Op basis van 20 patiënten
kunnen genuanceerde verschillen tussen de proefpersonen uiteraard nog
niet volledig uitgesloten worden. Daarnaast moet met behulp van
additionele technieken meer inzicht verkregen worden in het vaatstelsel
bij mensen met MS. Dit onderwerp verdient het grondig te worden
onderzocht om patiënten duidelijkheid te kunnen bieden. Het VUmc zal
daarom een vervolgstudie starten met grotere groepen proefpersonen. Er
zal ook gekeken worden naar verschillen binnen de patiëntengroep (bv.
verschil in soort MS, of een vroeg versus laat ziektebeeld) en gebruik
gemaakt worden van controlepersonen met andere neurologische afwijkingen
dan MS.
In de vervolgstudie zal eveneens gebruik gemaakt worden van
Doppler-echografie volgens de protocollen en richtlijnen van dr.
Zamboni. Om deze reden heeft dr. Bob van Oosten, neuroloog van het VUmc
en nauw betrokken bij de CCSVI-studie, een bezoek gebracht aan dr.
Zamboni en zijn afdeling. Uit de Buffalo studie is gebleken dat het nog
niet mogelijk is eenduidige resultaten te krijgen. Naast het feit dat
het zoeken naar CCSVI door middel van Doppler sterk afhangt van de
persoon die de echo uitvoert en het lastig is dit blind te doen, is uit
de Buffalo studie gebleken dat bepaalde technische aspecten nog niet
optimaal zijn. Er is nog geen gouden standaard voor de criteria voor het
stellen van CCSVI. Zamboni en collega’s werken momenteel al aan
verscherping van deze criteria en Zamboni leidt personeel op voor het
uitvoeren van de voor CCSVI specifieke Doppler-echografie. Een ander
probleem is dat de reguliere Doppler-apparaten die in ziekenhuizen
aanwezig zijn, meestal niet geschikt zijn voor het aantonen van CCSVI.
Echografie door de schedel heen is lastig, zeker als het gaat om de diep
gelegen vaten in het hoofd, en om de bloedstroom van de venen te bepalen
zijn speciale technieken nodig. Het apparaat en de bijbehorende software
om CCSVI aan te kunnen tonen, zijn uitsluitend te verkrijgen bij een
Italiaanse fabrikant. Het team van het VUmc laat zich voor deze
technieken momenteel verder adviseren door Zamboni.
Het is van belang dat Zamboni’s technieken wereldwijd zijn uit te voeren
en dat de resultaten op het gebied van CCSVI in verschillende
ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen uniform zijn. Het VUmc en MS
Research erkennen dat het hier gaat om onderzoek met een zeer groot
maatschappelijk belang. Het VUmc ziet het daarom, als groot
internationaal erkend MS-centrum, als taak binnen Nederland onderzoek te
doen naar CCSVI. De Stichting MS Research voelt zich naar de patiënten
toe verplicht om onderzoek naar CCSVI binnen Nederland te stimuleren en
wetenschappelijke onderzoeksprojecten op het gebied van CCSVI, mits van
voldoende kwaliteit, te financieren.
Bron:
www.msresearch.nl
|