Naar homepage     
Chronische Cerebro-Spinale Veneuze Insufficiëntie
Aanmelden op het CCSVI.nl forum
Lees Voor (ReadSpeaker)    A-   A+
Over CCSVI.nl | Zoeken | Contact | Forum
CCSVI.nl is onderdeel van de
Franz Schelling Website
meer informatie
  

Is CCSVI een enorme doorbraak op het gebied van MS?

Ashton Embry, 22 september 2009

In augustus ontving ik een bericht waarin me gevraagd werd wat ik over CCSVI in multiple sclerose dacht. Ik had dezelfde reactie die de meesten van u hadden toen u de titel van dit artikel las : "wat is CCSVI?“ Een Google-onderzoek leerde me dat het "chronische cerebro-spinale veneuze insufficiëntie“ betekende en een zoektocht op PubMed leidde me naar een handvol documenten over CCSVI, allemaal geschreven door een Italiaanse vasculair onderzoeker/chirurg, Paolo Zamboni.

dr. Paolo Zamboni

De documenten leverden stevig en horizonverbredend bewijs dat een volledig nieuw ziekteproces deel uitmaakte van MS. Het werd spoedig duidelijk dat het concept CCVSI het potentieel had om de manier waarop wij MS zagen volledig te veranderen en ook hoe het te behandelen.

De Italiaanse onderzoekers ontdekten dat bij personen met multiple sclerose de aders die dienst doen als belangrijkste drainagewegen voor bloed van de hersenen terug naar het hart wezenlijk werden versmald en zelfs werden geblokkeerd. Deze omvatten de halsaders, aders langs de ruggengraat en andere aders waar ik nog nooit van gehoord had zoals de azygos ader.

De onderzoekers hadden deze problemen voordien nog nooit in iemand gezien. Hun apparatuur stelde hen in staat om de bloedstroom in de aders te bestuderen en ook beelden van de aders te maken. Zij vonden in alle personen met MS die zij onderzocht hadden beperkte aderlijke drainage van de hersenen en dat zo'n probleem "reflux/terugstroom" veroorzaakte. Dit betekent dat het aderlijke bloed terug naar de hersenen zou stromen doordat het nieuwe wegen rond de geblokkeerde en versmalde aders vormde. Zij noemden deze aangepaste aderlijke drainage CCSVI.

Incorrecte aderlijke drainage is bekend in het onderlichaam van veel mensen (bijv. spataders). In sommige gevallen heeft men aangetoond dat de slechte aderlijke stroom in het onderlichaam in ijzerophopingen met bijbehorende ontsteking kan resulteren. Voorts kunnen er plaque-vorming en degeneratieve letsels met ontsteking voorkomen.

Zamboni en zijn medeauteurs waren op de hoogte van de problemen die slechte aderlijke drainage in het onderlichaam kan veroorzaken en dat bood een redelijke interpretatie dat de reflux van de bloedstroom in de aders van de hersenen in ijzerophoping en ontsteking van de bloed-hersen-barrière (BBB, red.) resulteerde. De ijzerophopingen waren al lang geleden in MS-laesies gesignaleerd en het is ook bekend dat elke MS-laesie symmetrisch rond een ader gevormd is (venocentriciteit, red.). De karakteristieken van de MS-laesies zijn nooit afdoende verklaard vóór de ontdekkingen van Zamboni.

In de MS-literatuur zijn er twee tegengestelde hypothesen over hoe auto-immuniteit in MS begint. De populairste hypothese is dat de myeline-gevoelige T-cellen worden geactiveerd door naboots-moleculen in een kindervirus zoals EBV (Epstein-Barr virus, red.). De myeline-gevoelige T-cellen dringen dan door de BBB (Blood Brain Barrier/Bloed-hersen-barrière, red.) en leiden tot een auto-immuun aanval op de myeline.

De andere hypothese is dat de aanvankelijke gebeurtenis in het de ziekteproces van MS een doorbraak van de BBB is met de daaruit voortvloeiende blootstelling van het centrale zenuwstelsel aan het immuunsysteem. Dit blootleggen van eerder verborgen antigenen die voordien nog nooit door het immuunsysteem gezien zijn, leidt tot een auto-immuun aanval op de myeline.

Uit het werk van dr. Zamboni blijkt nu dat de tweede hypothese, de doorbraak van de BBB veroorzaakt door beperkte aderlijke drainage, de beste verklaring voor de initiatie van de auto-immuniteit van MS is. Als ondersteuning hiervan vonden de onderzoekers dat van de 109 onderzochte MS-ers elk en ieder van hen beperkte aderlijke drainage had. Voorts had niemand in een groep van 177 controlepersonen, waaronder personen met andere neurologische ziekten en gezonde mensen van diverse leeftijden, beperkte aderlijke drainage van de hersenen. Zulk een 100% scheiding van personen met MS van controlepersonen op basis van beperkte aderlijke drainage laat weinig twijfel dat dit fenomeen in het de ziekteproces van MS zeer belangrijk is.

Een andere belangrijke observatie die door het team van Zamboni werd gedaan, was dat het patroon van terugstroom/reflux, d.w.z. de specifieke weg die het bloed gebruikt om terug naar de hersenen te stromen, een sterke correlatie vertoonde met het type MS waarbij PPMS een ander refluxpatroon had dan RRMS en SPMS. Voorts verstrekte het refluxpatroon van PPMS een goede verklaring waarom deze vorm van MS agressiever en problematischer is.

CCSVI

Andere overtuigende gegevens die aantonen dat CCSVI een zeer belangrijk deel van MS is, zijn de resultaten van een behandeling die de aderlijke drainageproblemen verlicht. Deze behandeling wordt "de bevrijdingsprocedure“ genoemd. De problematische aders worden eerst geïdentificeerd door venografie. Dan wordt angioplastiek gebruikt om de problematische aders open te maken en soms worden stents ingebracht in gedeelten die niet open blijven. De procedure is weinig ingrijpend en kan poliklinisch in het ziekenhuis onder lokale anesthesie gebeuren. De toegang tot de aders gaat door de linker dijader in de lies. De totale tijd in het ziekenhuis is gewoonlijk minder dan 6 uur en de patiënt krijgt een drukverband voor 24 uur.

Dr. Zamboni heeft de resultaten van de bevrijdingsprocedure beschreven voor 51 patiënten met RRMS. Achttien van de proefpersonen werden behandeld in een noodsituatie met een heftige aanval en bij allemaal waren hun symptomen volledig opgelost binnen een paar uur tot een paar dagen. De andere proefpersonen hadden jaarlijks veel minder aanvallen en precies die mensen die een restenose hadden, waren de enigen die nog een aanval na de procedure hadden gekregen. De proefpersonen meldden ook een dramatische verbetering van hun chronische vermoeidheid. Samengevat lijkt het opheffen van aderlijke drainageproblemen belangrijke verbeteringen van de symptomen van MS op te leveren. Dit is verder bewijsmateriaal voor de belangrijke rol die CCSVI in MS speelt.

Tot slot merkten de onderzoekers op dat er geen verschil in de ernst van aderlijke drainageproblemen was tussen mensen die wel en geen MS-medicijnen gebruikten.

Gezien het feit dat CCSVI verklaart waarom PPMS verschilt van RRMS en de aanwezigheid verklaart van eerder onverklaarbare eigenschappen van de MS-laesies (b.v. venocentriciteit, ijzerophopingen), vormt CCSVI een zeer dwingende verklaring voor de initiatie van de auto-immuniteit van het CZS (Centraal ZenuwStelsel, red.) die MS aandrijft . Verder onderzoek is nodig om dit te bevestigen.

Misschien is de belangrijkste vraag die overblijft " Wat is de uiteindelijke oorzaak van de aderlijke drainageproblemen?“ Zamboni en collega's boden geen verklaringen/speculaties hiervoor. Hopelijk zal deze vraag het onderwerp van een intensieve onderzoekinspanning zijn. Het is het opmerken waard dat voldoende vitamine D in de kinderjaren MS in de meeste gevallen verhindert en dat vitamine D dus een wezenlijk effect op het aderlijke drainagesysteem moet hebben.

Dit nieuwe begrip van het de ziekteproces van MS maakt het gebruik van de geadviseerde voedingstrategieën noodzakelijker. Deze strategieën verbeteren de bloedstroom, versterken de BBB, gaan auto-immuun reacties tegen en verbeteren waarschijnlijk de aderlijke drainage van de hersenen. In het algemeen verstrekt het werk van Zamboni verder inzicht in waarom de voedingstrategieën zo goed voor veel mensen werken.

In antwoord op de vraag in de titel van dit artikel, ben ik ervan overtuigd dat CCSVI een reusachtige doorbraak voor MS is. De correctie van dit probleem met een vrij eenvoudige procedure zou een zeer efficiënte, langdurige, medicijnvrije behandeling voor MS op het tijdstip van diagnose kunnen blijken te zijn. Nochtans zal heel wat onderzoek en klinische proeven gedaan moeten worden alvorens CCSVI alom als zeer belangrijk deel van MS wordt goedgekeurd en de bevrijdingsprocedure standaardprocedure wordt. In het verleden zijn de niet-medicijnbehandelingen voor MS uitgesloten, hoofdzakelijk om financiële redenen. Ik voorspel dat het een lange, harde strijd zal worden om de behandeling van CCSVI van het laboratorium in de kliniek te krijgen.

Bron: CCSVI en MS (Engels, pdf document)

Auteur: Ashton Embry, Ph.D. Calgary, Canada, Direct-MS