Dr. Embry voor het parlement in Canada
DIRECT - MS
5119 Brockington Rd. NW
Calgary, Alberta
Canada T2L 1R7
Tel: 403-282-0028
e-mail: info@direct-ms.org
Een liefdadigheidsorganisatie die zich inzet voor het vinden van de oorzaak van
Multiple Sclerose
16-6-2010
Geachte leden van het Parlement,
Ik heb alle lof voor u allen dat u een zo doordacht, intelligent en betrokken debat
over de noodzaak van CCSVI-behandeling en onderzoek in Canada op de avond van 14
juni voerde.
Ik ben president en hoofd onderzoek van de op één na grootste liefdadigheidsorganisatie
voor Multiple Sclerose in Canada, Direct-MS (www.direct-ms.org).
Onnodig te zeggen dat we veel kleiner zijn dan de Multiple Sclerosis Society of
Canada (MSSOC) en we verschillen van die organisatie op een paar belangrijke punten.
Allereerst zijn wij zeer wetenschapsgericht en de meerderheid van onze medewerkers
/ bestuurders zijn praktiserende wetenschappers. Ik ben momenteel senior onderzoeker
bij de federale overheid en beoefen al 42 jaar het vak van wetenschapper. Bovendien
zijn onze managers en directeuren allen getroffen door MS (een vereiste) en dit
levert een sterke, patiëntgerichte benadering naar onze doelen en activiteiten op.
Kortom, onze raad van bestuur staat in schril contrast met die van de MSSOC die
zeer weinig wetenschappers en enkele door MS getroffen mensen telt.
Direct-MS wordt geheel door vrijwilligers gerund en wij betalen geen salarissen.
Dit stelt ons in staat om onze administratiekosten onder de 2% van onze inkomsten
te houden en voorkomt een groot belangenconflict dat speelt bij goede doelen, zoals
de MSSOC, met zeer veel betaald personeel. De ontwikkeling van een effectieve behandeling
van MS zal een zeer grote negatieve invloed hebben op de activiteiten voor fondsenwerving
van de MSSOC dus ook op het personeelsbestand. Als u dit betwijfelt, nodig ik u
uit om het personeelsbestand en de jaarlijkse inkomsten van de Scheurbuik Vereniging
van Canada te bekijken. Dit grote belangenconflict wordt zelden besproken, maar
is zeer reëel, hoewel de omvang van de invloed daarvan op de personeelsactiviteiten
en het beleid niet bekend is. Desalniettemin is dit een belangrijke factor die altijd
in ogenschouw genomen moet worden wanneer een standpunt van de MSSOC over een potentieel
effectieve behandeling voor MS aangeboden wordt.
Direct-MS biedt betrouwbare, wetenschappelijk onderbouwde informatie over verschillende
aspecten van MS met een nadruk op voeding en MS en, het afgelopen jaar, op CCSVI
en MS. Dit scheidt ons nog eens duidelijk van de MSSOC die weinig wetenschappelijk
onderbouwde informatie over voeding en MS biedt. Ik benadruk dat Direct-MS de eerste
MS-liefdadigheidsorganisatie ter wereld was om voldoende vitamine D aan te bevelen
voor personen met MS (1999) en we publiceerden het eerste wetenschappelijke paper
(Embry et al., 2000, Annals of Neurology), dat een correlatie aantoonde tussen vitamine
D en niveaus van ziekteactiviteit bij MS en de noodzaak van 4000 IE per dag. Onze
voedingsadviezen worden gebruikt door tienduizenden MS-patiënten over de hele wereld
en zijn inmiddels met succes getest in een kleine klinische trial.
Wat CCSVI betreft, Direct-MS had dit onderwerp lang voor de MSSOC al opgepikt en
verstrekte informatie over CCSVI . Onze publicatie van augustus 2009 (CCSVI, een
belangrijke doorbraak voor MS) vatte het onderzoek van Zamboni van 2006 tot 2009
samen en werd gebruikt door dr. Zamboni als onderdeel van zijn informatiepakket
voor de persbijeenkomst van Bologna in september 2009 die een waterscheiding vormde.
We hebben de afgelopen 10 maanden talrijke artikelen gepubliceerd over aspecten
van CCSVI, inclusief over CCSVI en autoimmuniteit in het recente themanummer van
de International Angiology (Embry, 2010). Niemand die verbonden is aan de MSSOC
heeft ooit een wetenschappelijk artikel gepubliceerd over CCSVI.
Direct-MS financiert ook wetenschappelijk onderzoek en financierde een belangrijke
dosisproef voor de veiligheid van vitamine D en MS ($ 200.000). Het wetenschappelijke
paper waarin de resultaten van deze studie beschreven zijn, is onlangs gepubliceerd
in Neurology en het grote belang van dit werk werd gemeld in een redactioneel stuk.
We begonnen de financiering van CCSVI-onderzoek in december 2009 (Universiteit van
Buffalo) en onze meest recente onderzoeksubsidie voor CCSVI werd gegeven in april
2010. We zijn momenteel in onderhandeling om te helpen een proef op te zetten voor
de behandeling van CCSVI. Dit is vooral belangrijk, omdat de MSSOC ervoor gekozen
heeft om geen fondsen voor behandelingsproeven voor CCSVI ter beschikking te stellen.
Nadat Direct-MS zich bewust werd van CCSVI in juli 2009, hebben we contact opgenomen
met diverse MS-onderzoekers, waaronder een aantal van de MSSOC Science Committee.
De wetenschappers toonden absoluut geen interesse in het concept en het beschikbare
ondersteunende onderzoek. Om dit gebrek aan belangstelling tegen te gaan, nam Direct-MS
in september 2009 contact op met Avis Favaro van de CTV en gaf haar de wetenschappelijke
achtergrondinformatie over CCSVI evenals de contactgegevens van de belangrijkste
wetenschappers die betrokken zijn bij CCSVI-onderzoek (bv. Paolo Zamboni, Mark Haacke,
Michael Dake). Het strekt hen tot eer dat mevrouw Favaro en CTV het belang van het
CCSVI-verhaal zagen en zij maakten een meeslepende documentaire die CCSVI en de
behandeling ervan op 24 november 2009 onder de aandacht van de wereld bracht. Dit
sterk toegenomen bewustzijn van CCSVI heeft een enorme impact gehad op de MS-gemeenschap
en heeft de impuls gegeven voor tal van initiatieven, nieuw onderzoek en een hernieuwde
hoop dat een effectieve behandeling voor MS binnen handbereik zou kunnen zijn.
Een ander belangrijk verschil tussen Direct-MS en de MSSOC is dat Direct-MS sterk
pleit voor de beschikbaarheid van testen en behandelingen van CCSVI in heel Canada
in de komende 12 maanden. Deze belangenbehartiging is gebaseerd op een objectieve,
grondige en "belangenconflict-vrije" analyse van alle beschikbare wetenschappelijke
gegevens over CCSVI evenals onze sterke patiëntgerichte cultuur.
Ik moet benadrukken dat uit de beschikbare wetenschappelijke kennis zonder enige
redelijke twijfel blijkt dat CCSVI een onderdeel is van het MS-ziekteproces. Dit
wordt vaak ontkend door neurologen en de MSSOC, maar vanuit een objectieve, wetenschappelijke
visie is een dergelijke conclusie onontkoombaar. Deze interpretatie vloeit voort
uit vier gevestigde wetenschappelijke punten.
- CCSVI wordt geassocieerd met MS zoals goed is gedocumenteerd door het onderzoek
van Zamboni en bevestigd door de zeer grote studie (500 personen) van de Universiteit
van Buffalo. Ook van belang is de constatering dat in centra over de hele wereld
80% of meer van alle personen met MS die tot nu toe getest zijn (> 1000) CCSVI
heeft. Hier in Canada heeft dr. Sandy Macdonald gevonden dat 90% van de bijna 300
MS-patiënten die hij heeft getest in Barrie CCSVI had. Elke bewering dat CCSVI niet
geassocieerd is met MS heeft geen wetenschappelijke ondersteuning en kan niet serieus
worden genomen.
- van CCSVI is door onderzoekers aan de Georgetown University vastgesteld dat het
voornamelijk een congenitale (bij de geboorte aanwezige) oorsprong heeft en gezien
de verschillende soorten van veneuze misvormingen van CCSVI, is deze breed aanvaarde
interpretatie zeer moeilijk te betwisten. Hiermee is vastgesteld dat de aanwezigheid
van CCSVI zeker het MS-ziekteproces vooraf gaat, maar het kan ook erger worden nadat
MS is uitgebroken.
- Het is ook algemeen geaccepteerd dat de biologische mechanismen die een gevolg zijn
van CCSVI, zoals reflux van het veneuze bloed naar de hersenen, de afzetting van
ijzer in de hersenen, hypoperfusie en de opregulatie van adhesiemoleculen op het
endotheel van de venulen alle redelijkerwijs kunnen worden gerelateerd aan het ziekteproces
van MS.
- Er is overvloedig empirisch bewijs dat deze biologische mechanismen zich voordoen
bij personen met MS. Bovendien helpen deze biologische mechanismen die geassocieerd
worden met CCSVI om eerder onverklaarbare kenmerken van MS met inbegrip van de venocentricity
van alle laesies en de verdergaande progressie van de ziekte ondanks een totale
vernietiging van het immuunsysteem uit te leggen.
Deze vier punten tonen zonder een redelijke twijfel aan dat CCSVI een onderdeel
is van het ziekteproces van MS. Het is derhalve redelijk om te verwachten dat het
verlichten van deze belangrijke sleutelfactor in het ziekteproces van MS zeer waarschijnlijk
een groot voordeel is voor velen, vooral voor hen in de vroege fase van de ziekte.
Met de aanvaarding dat CCSVI een essentieel onderdeel is van MS kunnen we kijken
naar de behandeling die CCSVI kan oplossen, veneuze angioplastiek. Nota bene, de
procedure van veneuze angioplastiek om CCSVI te verlichten, is zeer veilig volgens
de medische normen en vergelijkbaar met een soortgelijke, zeer veilige procedure
voor arteriële aandoeningen. Ten minste 1000 procedures zijn tot nu toe gedaan met
slechts twee anekdotische, ernstige bijwerkingen, waar bij beide stents betrokken
waren, die geen deel uitmaken van de standaard aanbevolen behandeling. Opgemerkt
moet worden dat beide incidenten in hetzelfde centrum plaatsvonden al snel nadat
men met de behandelingen begonnen was.
Geen vasculaire deskundige heeft ooit de veiligheid van de veneuze angioplastiek
ter discussie gesteld en suggesties dat het misschien niet veilig is, lijken afkomstig
te zijn van neurologen zonder kennis of expertise in het veld. Elke bewering dat
veneuze angioplastiek "experimenteel" of "gevaarlijk" is, moet
worden verdisconteerd en de vraag moet gesteld worden wat de motivatie is voor een
dergelijke onhoudbare bewering.
Ik wil ook benadrukken dat er vele betrouwbare en indrukwekkende anekdotische rapporten
over de aanzienlijke verbetering van de MS-gerelateerde symptomen na CCSVI-behandeling
worden gemeld in het nieuws en online. De Parlementaire Subcommissie voor Neurologische
Aandoeningen heeft ook een aantal personen die een grote verlichting ervaren dankzij
een CCSVI-behandeling geïnterviewd. Deze ervaringsgerichte bijdragen kunnen niet
genegeerd of afgedaan worden als gewoon "placebo-effect". Nogmaals, de
motivatie van een persoon of organisatie die de realiteit van deze belangrijke resultaten
niet erkennen, moet ernstig in twijfel worden getrokken.
Het allerbelangrijkste is dat in de komende 10 + jaar wanneer het CCSVI-onderzoek
wordt uitgevoerd veel mensen met MS grote, onomkeerbare, toegenomen invaliditeit
zullen moeten ervaren. Elke bewering dat het vereiste onderzoek zal worden gedaan
in minder dan 10 jaar is niet realistisch en voor de meeste MS-medicijnen kostte
het veel meer tijd vanaf het begin van het testen tot de definitieve goedkeuring.
Gezien al het bovenstaande hebben personen met MS niet de luxe om 10 jaar te wachten
alvorens toegang te krijgen tot een behandeling die zeer veilig, redelijk geprijsd
en waarschijnlijk zeer nuttig voor velen is.
Tot slot wil ik een ongemakkelijk en zelden vermeld belangenconflict aanstippen
dat het debat vertroebelt. Alle medische adviezen en adviezen van de MS-vereniging
van Canada, met inbegrip van die van de ambtenaren van de regering van Canada, zijn
afkomstig van de wetenschappelijke en medische commissies van de MSSOC die uitsluitend
worden bevolkt door neurologen.
Bijna alle neurologen van de MSSOC-commissies hebben nota bene nauwe banden met
de farmaceutische industrie en velen hebben grote sommen geld van farmaceutische
bedrijven ontvangen gedurende hun loopbaan. Dus bestaat er een belangrijk belangenconflict
als het gaat om advies of begeleiding van deze neurologen of om een organisatie
die van hen afhankelijk is voor advies als het gaat om een niet-medicamenteuze behandeling,
zoals CCSVI. Dit conflict bestaat, omdat deze effectieve, relatief goedkope, niet-medicamenteuze
behandeling de potentie heeft om de huidige dure weinig werkzame geneesmiddelen
die bijna 10 miljard dollar wereldwijd opleveren te vervangen. Een groot verlies
aan medicijninkomsten zal een zeer negatieve invloed hebben op de farmaceutische
bedrijven die geneesmiddelen produceren voor MS en op alle personen en organisaties
die gelden ontvangen van deze ondernemingen (bijvoorbeeld neurologen in de MSSOC-commissies
en de MSSOC zelf).
Ik hoop dat het benoemen van dit belangrijke belangenconflict helpt bij het in het
juiste perspectief plaatsen van de "geen tests / geen behandeling" -benadering
van de MMSOC en diverse vocale neurologen (bijv. dr. Mark Freedman die publiekelijk
CCSVI een hoax noemt). Ik benadruk hierbij dat ik geen aanhanger ben van een "samenzweringstheorie"
, maar ik wil er alleen op wijzen dat het natuurlijk en begrijpelijk is voor een
persoon of organisatie waarvan de winsten in de toekomst mogelijk in gevaar gebracht
wordt door een bepaald fenomeen om tegen een dergelijk fenomeen te betogen. In feite
zou het erg vreemd zijn als zij dit niet zouden doen. Het is echter belangrijk te
benadrukken dat in onze democratie meningen van mensen of organisaties die een belangrijke
belangenconflict hebben zeer weinig of geen gewicht krijgen. Dit is een goede zaak
en slechte dingen zijn vaak het gevolg van het niet volgen van deze conventie van
gezond verstand.
Ik moedig de regering van Canada aan met objectieve, wetenschappelijk gefundeerde,
belangenverstrengeling-vrije handelingen bij te dragen aan de beschikbaarheid van
CCSVI-testen en behandeling te bespoedigen voor alle personen met MS in Canada.
Zoals een parlementslid wijs opmerkte in het debat moet de federale regering het
voortouw nemen in dit belangrijke gezondheidsonderwerp en de gezondheidsvertegenwoordigers
uit alle 13 provincies en gebieden samen brengen. Ik ben ervan overtuigd dat de
gezondheidleiders van Canada deze schadelijke impasse waardoor personen met MS geen
gebruik kunnen maken van een veilige, goedkope en te verwachten effectieve therapie
kunnen doorbreken. Alles wat nodig is, is een onderzoek van de huidige wetenschap
en de resultaten van behandeling op een objectieve manier, vrij van zelfdienende
adviezen en dan de noodzakelijke acties ondernemen die ondersteund worden door deze
informatie.
Hartelijk dank dat u de standpunten van Direct-MS ten aanzien van de huidige CCSVI-Crisis
in Canada in overweging wilt nemen. Wij zijn hoopvol dat de meeste federale en provinciale
beleidsmakers het beste zullen doen voor degenen die mét MS leven in plaats van
wat het beste is voor degenen die leven ván MS. Helaas, in deze situatie, kun je
niet beide doen.
Met vriendelijke groet,
Dr. Ashton Embry
President en Research Director, Direct-MS
Bron:
Letter to Parliamentarians (pdf)
|